Sterrenstof

We zijn een maand ver in het theaterproject. De bladeren vallen in groten getale van de bomen, maar met deze groep worden zaadjes gepland, en begint er een en ander te kiemen, klaar om binnenkort bovengronds te komen.

Waar droomde je vroeger van, dat was vorige week. Lydie zag het aankomen: dat het vandaag over onze dromen van nu zou gaan. Dus heeft ze haar huiswerk gemaakt en haar droom opgeschreven: een mix tussen wetenschap en het geloof dat we, omdat we uit sterrenstof bestaan, onze geliefden zullen terugzien, daarboven. '“Dat is wat ik geloof hé, dat is geen wetenschap”, zegt ze meermaals. Angst voor de dood heeft ze helemaal niet.

Na de bijeenkomst spreek ik met Sytske. Haar droom is om ridder van De Tempeliers te worden. Wat ze van de bijeenkomsten tot nu toe vindt, vraag ik haar. “Inspirerend”, zegt ze. “Er is veel spiritualiteit aanwezig in de groep”, en ook zij verwijst onder meer naar het verhaal van Lydie, dat ons allemaal heeft geraakt en Sytske doet terugdenken aan haar bijna dood ervaring, lang geleden. Hoe het beeld dat Lydie beschreef exact was zoals zij dat toen ervaren heeft.
Wat ze ook zo mooi vindt: dat er naar elkaar geluisterd wordt. Vroeger zou ze zich willen bewijzen, en veel praten, hier hoeft dat niet. Hier moet ze - bijzonder voor een theaterproject - “geen toneel spelen. Aanvankelijk stond ik kritisch tegenover het theaterproject, maar al tijdens de eerste bijeenkomst eind september had ik er een heel positief gevoel bij. Nu kijk ik er elke week naar uit om te komen.”

Een vraag die af en toe opduikt, is hoe dit alles tot een theatervoorstelling zal leiden. Sytske denkt dat er van iedereen iets in te herkennen zal zijn: een droom, een werkelijkheid, en dat daarmee aan het publiek zal getoond worden “wie we zijn, wat we willen en waar we naartoe willen. We zijn mensen met een doel, hoe oud we ook zijn. We hebben nog steeds onze gevoelens en verlangens, we hoeven niet in hokjes gestopt te worden.”

Diezelfde avond zie ik thuis de pakkende film ‘Supernova’, over de laatste reis van een man met dementie. De film begint - wat een toeval - op 20 oktober. Wat later, tijdens een laatste feest met vrienden en familie, kijkt de dementerende man naar het uitspansel en de sterren aan de hemel, samen met een jong meisje. Hij legt haar uit dat we allemaal gemaakt zijn van sterrenstof, het gevolg van stervende sterren. Hij geeft haar nog de raad mee '“nooit te stoppen met vragen stellen”.

foto: Willy Houthoofd

Vorige
Vorige

André Hazes

Volgende
Volgende

We lachen van miserie en we huilen van geluk