Désiré

Zeg, kom eens kijken wat ze met Désiré doen? Waarom nemen ze hem mee? Zo een brave jongen! Heeft die mens iets misdaan misschien? Eenzaam? Hoezo, wie, Désiré? Maar allee toch, het is godgeklaagd.

Het kon een scène uit een deurenkomedie zijn: hoe de hele groep bij elkaar troept en vanachter het gordijntje piept naar een zekere Désiré die opgepakt wordt.
Het is een oefening op drie fronten. Daarover zo dadelijk meer. Want Désiré ontstaat uit onze eerste oefeningen met tekst, en dat levert een klein stresske op wanneer we, in duo, een korte dialoog brengen uit ‘De laatkomer’ van Dimitri Verhulst, en er onze eigen versie van maken, van hilarisch en uitbundig tot ingetogen.

Maar het is niet al tekst wat de klok slaat. Soms zeg je evenveel (of net méér) door iets net niet te zeggen of al te expliciet te benoemen of tonen. Dicteren, zoals het heet, wanneer kinderen bijvoorbeeld over hun buik wrijven als ze iets lekker vinden. Belangrijker is om een bepaalde atmosfeer te brengen op scène, en mij schiet die prachtige oude Franse film ‘Hôtel du Nord’ te binnen, waarin Arletty ook iets over atmosfeer zegt.

Désiré had een personage uit die film kunnen zijn, ook al is het geen deurenkomedie.

De oefening rond een onzichtbare Désiré dient dus, zoals gezegd, meerdere doelen. Allereerst in de manier waarop we in groep op scène staan: schouder aan schouder, en dat is iets anders dan netjes op een rij naast elkaar staan (want dan zijn we onzichtbaar). Of tussen de schouders door kijken, wanneer we compact, in meerdere rijen, bij elkaar staan. En daar schuilt oefening nummer 2: hoe kunnen we, zonder dat vooraf te hebben afgesproken, naar eenzelfde punt kijken, naar de plaats waar - welja - Désiré opgepakt wordt. Een derde oefening schuilt in het voeren van een 1 of meerdere conversaties tegelijkertijd, een spel van luisteren, inspelen en inpikken en improviseren. Eerlijk, helemaal geslaagd is het resultaat niet, het is vooral een kakofonie van stemmen door elkaar. Gelukkig is daar - wie anders - Raph, die deze keer Salim Seghers ten berde brengt. ‘Verlaat me nooit’ is een voor de gelegenheid toepasselijke smeekbede aan het adres van Désiré. Het lied groeit uit tot een gezamenlijke zangstonde waarmee de namiddag afgerond wordt.

Vorige
Vorige

Orde na de chaos

Volgende
Volgende

Nederlandse deelgenoten